Kleine hondenrassen
Een hond als huisdier is leuk en gezellig. Het maakt het gezin compleet en een hond maakt eenzame mensen minder eenzaam. Toch moet je, als je een hond gaat kopen, dat weloverwogen doen. Een hond in huis betekent namelijk meer dan alleen de leuke kanten ervan; je moet hem opvoeden en zindelijk maken.
Je moet elkaar leren kennen en aan elkaars bestaan gewend raken. Eigenlijk net als een kind; het is gewoon en soort gezinsuitbreiding en gezinsuitbreiding vereist de nodige voorbereiding en aandacht. Een belangrijk punt is de keuze van het hondenras, er zijn er ruim 250!
Kleine hondenrassen zijn ideaal in de stad; de hond neemt minder plaats in en verhaart minder. Houd je van lange wandelingen en woon je buiten, dan is een grote hond misschien meer geschikt, maar een korte wandeling of een ommetje kan ook prima met kleine hondenrassen.
Kleine hondenrassen, schoothondjes?
Kleine hondenrassen worden steeds populairder. Het ziet er natuurlijk ook heel schattig uit en je krijgt meteen de neiging om het beestje te knuffelen. Zo’n klein ‘bolletje wol’ is erg makkelijk in je hart te sluiten. Kleine hondenrassen worden ook wel schoothondjes genoemd. Maar die naam is eigenlijk een misvatting. Ja, ze passen uiteraard op schoot en het zal ook wel regelmatig gebeuren dat je kleine keffertje lekker bij jou op schoot zich in de ideale slaaphouding draait en zo vertrokken is.
Maar ook schoothondjes moeten opgevoed en getraind worden en ook zij hebben overvloedige energie en willen spelen, rennen en ravotten. Denk dus niet dat je aan een klein hondje minder werk zult hebben, want dat is een grote vergissing! Daarnaast zijn er ook bij de kleine hondenrassen grote verschillen in karakter en heeft iedere hond zijn eigen wil en persoonlijkheid. Maak dus een weloverwogen keuze en laat je eerst goed informeren voordat je een pup gaat kopen.
Voorbeelden van kleine hondenrassen zijn: Dwergpinscher, Chihuahua, Bichon, Mopshond, Japanse spaniel, Pekinees, Dwergkeeshond en de Australische en de Yorkshireterrier. Sommige rassen zijn al eeuwen echte verwende schoothondjes en ook als zodanig gefokt.
Andere rassen vallen vanwege hun maat onder de categorie ‘kleine hondenrassen’ maar zijn bepaald geen schoothondjes! Informeer dus bij de fokker naar het karakter van het betreffende ras. Zo’n Jack Russel kan je namelijk niet echt opleiden om van jongsaf stil in een mandje te liggen de hele dag – en dat wil hij ook niet!
Kleine hondenrassen zijn goedkoper dan grote
En dan bedoelen we niet de aankoopprijs maar wel het onderhoud. Waarschijnlijk is, buiten het hoge ‘schattigheidsgehalte’ het grootste voordeel dat een kleine hond minder zwaar/groot is waardoor hij makkelijk meegenomen kan worden en minder plaats inneemt en het is bovendien goedkoper; een kleine hond mag veelal gratis meereizen in het openbaar vervoer (voor een grote hond betaal je gereduceerd tarief) hij eet minder voedsel, heeft een lagere hoeveelheid medicijnen/narcose nodig bij een eventueel bezoekje aan de dierenarts e.d. Ook de accessoires zijn vaak een stuk goedkoper, zelfs de kwalitatieve merken en producten zoals lederen halsbanden bijvoorbeeld!
Kleine hondenrassen worden ook eerder vies tijdens het wandelen dan grote en langharige kleine hondenrassen kosten meer tijd, geld en aandacht qua verzorging; uitborstelen en trimmen. Dat is eigenlijk wel logisch maar wel iets wat nogal eens over het hoofd gezien of onderschat wordt, zowel bij grote als kleine hondenrassen. Houd daar dus rekening mee.